Amsterdam: Ook kleine overtredingen kunnen leiden tot beperking duur exploitatievergunning
Sinds enige tijd geldt in heel Amsterdam (dus in alle Stadsdelen) hetzelfde horecahandhavingsbeleid. Dit handhavingsbeleid raakt steeds bekender onder horeca ondernemers. Het beleid kent onder meer een “stappenplan” per soort overtreding, waarbij in geval van herhaalde overtreding – normaliter binnen een periode van 1 jaar – een zwaardere maatregel wordt opgelegd.
Ook relatief lichte overtredingen kunnen, bij herhaalde overtreding, dus tot een steeds zwaardere maatregel leiden.
Om deze reden is al vaker gewezen op de noodzaak om zoveel mogelijk overtredingen te voorkomen en zo nodig ook bij twijfelgevallen daartegen bezwaar aan te tekenen.
Daarnaast speelt er inmiddels ook nog een andere reden om alert te zijn op dergelijke “kleine” overtredingen: de duur van de nieuwe exploitatievergunning indien deze wordt verleend. De burgemeester heeft inmiddels als beleid ontwikkelend dat bij “goed gedrag” de exploitatievergunning wordt verlengd met de duur van 5 jaar in plaats van 3 jaar. Een kleine overtreding die in de afgelopen periode is begaan kan aanleiding geven om de vergunning niet voor de duur van 5 jaar te verlengen, maar slechts voor de duur van 3 jaar.
Niet alleen heeft het verkrijgen van een exploitatievergunning voor de duur van 5 jaar het gunstige effect dat er relatief minder leges verschuldigd zijn (per jaar), maar biedt een nieuwe vergunning voor de duur van 5 jaar uiteraard ook meer zekerheid in de exploitatie (o.a. sluitingstijd, omvang terras etc.).
Mocht er dan ook sprake zijn van een “kleine overtreding” waarvan de constatering discutabel is, bijvoorbeeld een discussie over de vraag hoelang een deur heeft opengestaan en in hoeverre daarmee de geluidsregels zijn overtreden (zonder dat er een geluidsmeeting heeft plaatsgevonden), kan dan ook daarin extra aanleiding worden gezien om hiertegen te ageren.
Daarnaast kan er bezwaar worden aangetekend tegen de verlengde exploitatievergunning voor de duur van 3 jaar, waarbij argumenten kunnen worden aangevoerd om in het bewuste geval toch de exploitatievergunning voor de duur van 5 jaar af te geven. Uiteraard zal daarbij wel een kosten-baten afweging moeten worden gemaakt van enerzijds de eventueel juridische kosten en anderzijds het te eventueel te behalen resultaat.