Het begrip werkgever in de zin van de Tabakswet
Begin dit jaar is de Tabakswet gewijzigd. Een van de wijzigingen zag op het begrippenpaar werkgever en werknemer.
Als gevolg van de in de Tabakswet opgenomen definitie van werkgever wordt dit begrip veel ruimer dan voorheen het geval was uitgelegd. Zo is nu in een uitzendconstructie degene die de uitzendkracht inleent te kwalificeren als de werkgever en niet de uitzender. Meer in het algemeen is de feitelijke werkgever, die het dus in zijn macht heeft om op de werkplek enige aanwijzing te geven aan de werknemer, degene die als werkgever wordt aangemerkt.
Dit betekent dat je al heel snel te maken kan krijgen met het verwijt dat het rookverbod zoals op grond van de Tabakswet gehandhaafd dient te worden, overtreden is indien een persoon die op enige manier verbonden is aan de onderneming blootgesteld wordt aan tabaksrook. Dus ook wanneer een schoonmaakster werkzaam voor het schoonmaakbedrijf waarmee een contract is gesloten de rookruimte schoonmaakt op het moment dat daar nog rook aanwezig is en deze nog niet voldoende is gelucht. En ook wanneer een (bar)vrijwilliger met de beste bedoelingen glazen ophaalt in een rookruimte terwijl deze in gebruik is, ook al is het nog zo kort.
Op een vergelijkbare manier als bij de Wet arbeid vreemdelingen is het werkgeversbegrip in de Tabakswet zo ruim dat het vrijwel onmogelijk zal zijn om de kwalificatie als werkgever te bestrijden, wanneer die eenmaal door het Ministerie is gemaakt.
Houd er dus altijd rekening mee dat iedereen die op de een of andere manier verbonden is aan het bedrijf, of dit nou als vrijwilliger, ingeleende kracht of payroll kracht is, altijd beschermd moet worden tegen tabaksrook en dat ook ten aanzien van deze personen het rookverbod gehandhaafd dient te worden.