Update rookruimtes horeca
De afgelopen week is het nodige gepubliceerd over de uitleg en gevolgen van het arrest van het gerechtshof Den Haag in de zaak vereniging Clean Air Nederland (CAN) tegen de Staat. Gelet op de vele onjuiste interpretaties leek het ons verstandig de huidige stand van zaken nog even helder op een rijtje te zetten.
In de bewuste procedure heeft CAN haar pijlen vooral gericht op rookruimtes in de horeca. De wettelijke grondslag die daarbij door CAN werd aangevoerd had echter niet alleen betrekking op de horeca.
Het Hof was - kort gezegd - van oordeel dat rookruimtes (in de horeca) op grond van Europese regelgeving niet langer zijn toegestaan. Omdat de pijlen van CAN op de horeca gericht waren, heeft het Hof in haar arrest slechts aan dit onderdeel aandacht besteed. Echter lijkt dezelfde redenering op te gaan voor rookruimtes in andere gebouwen, bijvoorbeeld overheidsgebouwen en andere publieke gebouwen.
Staatssecretaris Blokhuis heeft besloten om tegen dit arrest in cassatie te gaan. De staatssecretaris stelt zich daarbij op het standpunt dat 1) door het Hof ten onrechte aan de bewuste regels 'rechtstreekse werking' is toegekend en 2) dat deze regels ruimte laten voor een overgangstermijn. Daarnaast zegt de staatssecretaris 3) te willen voorkomen dat rookruimtes op basis van het arrest van het Hof anders per direct zouden moeten worden gesloten.
Tot zover het formele standpunt van de staatssecretaris. In de praktijk blijkt de staatssecretaris überhaupt af te willen van rookruimtes. Het instellen van cassatie lijkt daarbij eerder een middel om tijd te rekken. Het formele argument (3) dat de ruimtes anders direct moeten worden gesloten lijkt ons daarbij zelfs juridisch onjuist.
De staatssecretaris spreekt verder over 'een pakket van maatregelen' om te komen tot onder andere afschaffing van alle rookruimtes. Hiermee lijkt de staatssecretaris niet alleen rookruimtes in de horeca, maar ook die daarbuiten te bedoelen.
CAN heeft inmiddels aangekondigd een nieuwe procedure te starten met betrekking tot rookruimtes in openbare gebouwen, niet zijnde horeca. Gelet op het laatstelijk ingenomen standpunt van de staatssecretaris is het de vraag of een dergelijke vervolgprocedure voor CAN nog noodzakelijk is.
Verder benadrukt de staatssecretaris dat nu het einde van de rookruimtes 'in de horeca' in zicht is, het niet verstandig is om als horecaondernemer daarin nog verder te investeren.
Wanneer de rookruimtes definitief verboden zullen zijn, is nog niet geheel duidelijk. Wel geeft de staatssecretaris aan dat hij een periode van twee jaar in dit kader denkbaar acht. Hierover zal nog nader overleg plaatsvinden met de horeca.