Ziet gemeente Amsterdam wel echt kans te snijden in Nutellawinkels?
De gemeente Amsterdam heeft het plan opgevat om een diverser winkelaanbod in de binnenstad te krijgen. De gemeente wil middels branchering, bijvoorbeeld via bestemmingsplannen, meer variatie van winkels in de binnenstad creëren.
Het gaat de gemeente Amsterdam vooral om het aanpakken van zogenaamde 'Nutellawinkels’ en ijssalons op locaties waar doorgaans vooral veel toeristen komen. De gemeente heeft daarbij een nieuwe studie laten uitvoeren en denkt kans te hebben een meer gevarieerd winkelaanbod te creëren. Zojuist is in dit kader een 135 pagina's tellende rapportage "Sturen op een divers winkelgebied" verschenen.
Ten eerste wordt in de rapportage geconcludeerd dat er mogelijkheden lijken te bestaan om te brancheren via het bestemmingsplan. Daarbij vraagt de gemeente zich overigens wel direct af hoever daarin kan worden gegaan, zowel in het kader van landelijke wetgeving als in het kader van de Europese Dienstenrichtlijn.
Ook spreekt de gemeente over de mogelijkheid om bepaalde ongewenste functies te 'bevriezen' door middel van een zogenaamde keerklepregeling. Vervolgens wordt aandacht besteed aan het aanscherpen van het onderscheid tussen winkels en horeca. Niet alleen bij de 'Nutellawinkels' speelt deze discussie, maar ook bijvoorbeeld ten aanzien van ijsverkoop.
Op het eerste gezicht valt daarbij reeds op dat de rapportage uitgaat van de onjuiste veronderstelling dat ijsverkoop tot op heden onder de bestemming 'horeca 1' zal vallen. Volgens de Richtlijn IJsverkoop zou een horecabestemming niet aan de orde zijn, doch in de praktijk geldt bij reguliere ijsverkoop exploitatie ‘horeca 4’.
Een ander instrument om Nutellawinkels tegen te gaan betreft de Wet bibob. De rapportage vergeet te vermelden dat zogenaamde 'mengformules' in eerste instantie wel onder de exploitatievergunningsplicht van de gemeente Amsterdam vielen en daarmee onder de Wet bibob. Doordat de burgemeester van Amsterdam de exploitatievergunningsplicht voor mengformules heeft opgeheven is dit instrument komen te vervallen. Zowel vanuit de horeca als vanuit exploitanten van mengformules wordt juist regelmatig aangedrongen om wel bibob-screening ook op mengformules toe te passen.
Vervolgens wordt in de rapportage nog aandacht besteed aan privaatrechtelijke instrumenten zoals erfpacht, afspraken met pandeigenaren ,etc. Ook dit onderdeel voegt geen nieuwe ideeën toe.
Wel lijkt de BIZ mogelijkheden te bieden. Opmerkelijk genoeg wordt juist dat onderdeel in de rapportage niet verder uitgewerkt.
Al met al levert de lijvige rapportage niet meer op dan een aanzet tot nadere uitwerking.
Veel stof, maar weinig wol.