Ruimtelijk bestuursrecht regelt de fysieke leefomgeving, zoals bouwplannen, natuur, milieu en water. Bij bouwplannen kunnen juridische geschillen ontstaan, vooral wanneer belanghebbenden, zoals omwonenden, bezwaar maken tegen een bouwplan. Daarom is het belangrijk om de procedures en regels rondom omgevingsplannen en omgevingsvergunningen goed te begrijpen.

Omgevingsvergunning en bezwaar

Wanneer een bouwplan wordt goedgekeurd, verleent de gemeente een omgevingsvergunning. Omwonenden en andere belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen deze vergunning, als zij vinden dat het bouwplan niet voldoet aan de regels van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Aanvragers kunnen bezwaar maken als de vergunning wordt geweigerd. Het is van groot belang om binnen zes weken bezwaar aan te tekenen.

Procedures onder de Omgevingswet

De Omgevingswet, die sinds 1 januari 2024 van kracht is, vereenvoudigt veel regels rond de fysieke leefomgeving. Gemeenten behandelen aanvragen voor omgevingsvergunningen meestal via een korte procedure met een beslistermijn van maximaal 8 weken. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij complexe bouwprojecten, wordt de uitgebreide procedure van 6 maanden gevolgd.

Verzoek om voorlopige voorziening

Als een bouwproject direct na het verlenen van de vergunning start, kunnen belanghebbenden een verzoek om voorlopige voorziening indienen om de bouw tijdelijk te stoppen totdat er een beslissing is genomen over het bezwaar. Dit kan voorkomen dat het bouwwerk moet worden afgebroken als de vergunning later wordt ingetrokken.

Omgevingsplan en bestemmingsplannen

Het omgevingsplan vervangt sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet de oude bestemmingsplannen. Gemeenten hebben tot 2031 om een volwaardig omgevingsplan op te stellen. Dit plan bepaalt wat er op verschillende locaties binnen de gemeente mag gebeuren, zoals bouwen, kappen van bomen of verbouwen van monumenten.