Nieuwe muziekspectra voor de horeca
Voor nagenoeg de gehele Nederlandse horeca gelden dezelfde geluidsregels, zoals vastgelegd in het Activiteitenbesluit (gekoppeld aan de Wet milieubeheer). Heel kort samengevat bepaalt het Activiteitenbesluit welk geluidsniveau in de dag-, avond- en nachtperiode op de gevel van omliggende woningen mag worden geproduceerd.
Om goed te kunnen beoordelen of een horecabedrijf aan het Activiteitenbesluit voldoet dient in de meeste gevallen een geluidsrapport aan de gemeente te worden verstrekt. In dit geluidsrapport moet worden opgenomen welk muziekspectrum er in het horecabedrijf wordt geproduceerd. Vaak is dit het zogenoemde “popspectrum”, maar er kan ook sprake zijn van toepassing van het “housespectrum”.
De keuze van het muziekspectrum kan grote gevolgen hebben voor de vraag wat het maximale geluidsniveau is dat in het horecabedrijf mag worden geproduceerd. Zo zal de hedendaagse muziek (met relatief veel basgeluid) eerder onder het housespectrum kunnen vallen dan onder het popspectrum, met alle mogelijke gevolgen van dien.
Omdat het housespectrum voor veel horecabedrijven relatief grote gevolgen heeft en een relatief “te zwaar middel” lijkt, werd in de praktijk ook wel gewerkt met een spectrum tussen het spectrum van pop en house (en door verschillende geluidsdeskundigen al aangeduid als “dancespectrum”). Veel gemeenten accepteerden een dergelijke tussenvorm reeds.
Om meer eenheid en nuance in de verschillende muziekspectra te krijgen is er op 25 maart 2015 tijdens de bijeenkomst van de Nederlandse Stichting Geluidshinder een nieuwe richtlijn geïntroduceerd. Daarbij is aan het bestaande pop- en housespectrum tevens het genoemde dancespectrum, maar ook het achtergrond- en ultra bas-spectrum toegevoegd.
Meerdere geluidsdeskundigen hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze nieuwe richtlijn.
De nieuwe richtlijn biedt op het eerste gezicht kansen en bedreigingen voor de horeca. Kansen in de zin dat er genuanceerder naar het specifieke geluidspectrum wordt gekeken. Bedreigingen in de zin dat gemeenten wellicht eerder geneigd kunnen zijn om een spectrum te willen laten toepassen dat nét iets te zwaar is voor het horecabedrijf, met alle mogelijke discussie van dien.
In ieder geval is het van belang om bij het opstellen van nieuwe geluidsrapportages extra aandacht te besteden aan de vraag wat voor soort muziek normaliter in het horecabedrijf wordt geproduceerd. En daarbij de passende keuze voor het spectrum te maken.