Wat kan er aangedragen worden in beroep?
Het komt regelmatig voor dat er in een procedure bij de rechtbank over besluiten van gemeenten en andere overheden een vraag rijst naar welke argumenten wel en welke argumenten niet aangevoerd kunnen worden.
Wellicht lijkt dit op het eerste gezicht een academische discussie, maar het kan – ook voor horecaondernemers – van groot belang zijn. Een voorbeeld kan dit wellicht verduidelijken.
In een procedure over het bouwen van woningen werd bijvoorbeeld door omwonenden aangevoerd dat deze woningen niet zouden voldoen aan de wettelijke eisen ten aanzien van de maximale geluidsbelasting. Dit argument werd echter aangevoerd door omwonenden van bestaande woningen en niet door (aspirant) bewoners van de nog te bouwen woningen.
Nu deze wettelijke geluidseisen alleen bedoeld waren voor het beschermen van de belangen van de eigenaren en bewoners van de nieuwe woningen en niet voor de bestaande woningen waarvoor geen hogere geluidsbelasting vastgesteld hoefde te worden, konden de bestaande bewoners zich niet op deze regeling beroepen. Het ontbrak hen aan een voldoende belang daarbij zodat het zogenaamde relativiteitsvereiste ervoor zorgt dat wat er werd aangevoerd omtrent het overschrijden van de maximale geluidsbelasting bij deze nieuw te bouwen woningen (wat daar ook van zij) niet kon leiden tot vernietiging van het besluit waar zij tegen opkwamen.
Oftewel: je kan niet (meer) zomaar elk argument aanvoeren tegen een besluit dat je niet zint, maar slechts argumenten die ook te relateren zijn aan een belang dat je zelf hebt. In bovenstaande geval zou het dus zo kunnen zijn dat je als horecaonderneming waar woningen in de buurt gerealiseerd gaan worden aanvoert dat deze woningen niet voldoende geïsoleerd zijn tegen de maximale geluidsbelasting (en daarmee dus de kans bestaat dat de woningen last zullen krijgen van het geluid dat de horecazaak produceert) maar dat de ondernemer niet degene is die een dergelijk argument naar voren mag brengen.
Vroeger mochten dergelijke argumenten wel naar voren worden gebracht, maar de wetgeving is hier strenger op geworden. Alleen argumenten die jouw eigen belangen rechtstreeks kunnen beschermen mogen worden aangevoerd. Dit terwijl het voor een horecaondernemer toch van groot belang kan zijn dat hij de bestaande geluidruimte behoudt.