Bibob: gevolgen van het weigeren van aanleveren van gegevens
Bestuursorganen kunnen op grond van de Wet Bibob een aangevraagde vergunning weigeren of intrekken indien er een ernstig bezwaar bestaat dat deze vergunning mede zal worden gebruikt om, simpel gezegd, geld wit te wassen, dan wel strafbare feiten te plegen.
In de praktijk betekent dit dat er bij de aanvraag of gedurende de looptijd van de vergunning, er op verzoek van het bestuursorgaan allerhande gegevens dienen te worden overgelegd dan wel antwoord dient te worden gegeven op vragen van de gemeente. Voor het opvragen van deze gegevens is een speciaal Bibob-formulier ontwikkeld waarop aangegeven staat welke gegevens moeten worden overgelegd en welke vragen moeten worden beantwoord. Deze vragen zien bijvoorbeeld op of de aanvrager in aanraking is geweest met justitie en op vragen omtrent de wijze waarop de financiering van de onderneming is geregeld. Het Landelijk Bureau Bibob kan, in aanvulling op deze vragenlijst, nog nadere vragen stellen aan de betrokkenen.
Deze gegevens worden vervolgens gebruikt voor het oordeel of er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in de Wet Bibob.
Maar wat nu als de aanvrager of de vergunninghouder weigert de gevraagde gegevens te verstrekken? Voor die situaties is artikel 4 Wet Bibob in het leven geroepen. Op grond van dit artikel wordt de weigering om het zogenoemde Bibob-formulier in te vullen dan wel aanvullende gegevens te verstrekken op zichzelf reeds aangemerkt als een ernstig gevaar in de zin van de Wet Bibob. Dat betekent dat de enkele weigering van het aanleveren van gegevens al kan leiden tot intrekking van de vergunning.
Je zou verwachten dat dit geldt voor zowel de intrekking van de vergunning als de weigering ervan. De Wet Bibob biedt echter alleen de mogelijkheid om bij het weigeren van de gevraagde gegevens een vergunning in te trekken. Over het weigeren van de vergunning wordt in de Wet Bibob ingeval gevraagde gegevens niet worden overgelegd niet gesproken. Dit betekent dat indien het bijvoorbeeld gaat om een aanvraag omgevingsvergunning waarbij de aanvrager weigert gegevens te verstrekken, de vergunning niet op grond van de Wet Bibob kan worden geweigerd.
In een dergelijk geval valt het bestuursorgaan terug op de algemene bepaling uit de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:5 Awb) waarbij de mogelijkheid wordt geboden om de aanvraag buiten behandeling te laten indien bepaalde gegevens niet worden overgelegd die nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Er zal dan wel eerst een redelijke termijn moeten worden gegeven om de gevraagde gegevens alsnog aan te leveren.
De Afdeling bestuursrecht van de Raad van State heeft deze interpretatie van deze verschillende wetsartikelen onlangs in een uitspraak bevestigd. In dat geval ging het om een omgevingsvergunning waarbij werd geweigerd om bepaalde gegevens te overleggen wat voor de gemeente reden was de vergunning te weigeren op grond van de Wet Bibob. De Raad van State heeft de gemeente daarop teruggefloten en aangegeven dat de Wet Bibob daarvoor geen grondslag biedt. Het beroep was in zoverre gegrond.