speelautomatenbeleid

Gemeenten hebben gezamenlijk met de Rijksoverheid een gedeelde verantwoordelijkheid ten aanzien van speelautomaten. Hoewel de Rijksoverheid de randvoorwaarden bepaalt, zoals het verlenen van exploitatievergunningen, het aangeven van een maximum stelsel e.d., dient de daadwerkelijke invulling van het speelautomatenbeleid vooral op gemeentelijk niveau plaats te vinden.

Op grond van de wet op de Kansspelen zijn gemeenten verplicht om een speelautomatenverordening op te stellen waarin een aantal aspecten dienen te worden geregeld, zoals het aantal toegestane speelautomaten.

In de praktijk blijkt dat veel gemeenten geen dan wel onvoldoende inspanning hebben gepleegd om een dergelijke verordening op te stellen. Bij veel gemeenten is de verordening en het speelautomatenbeleid beperkt tot de automatenhallen. Dergelijke tekortkomingen zijn overigens niet zonder risico.

Vervolgens blijkt in de praktijk dat veel gemeenten de jurisprudentie van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven  (CBB) onjuist uitleggen. Enkele problemen die hierbij regelmatig terugkeren is de uitleg van begrippen als “samengestelde inrichting” en het verschil tussen een “hoogdrempelige” en  een “laagdrempelige” inrichting.

Ten aanzien van het verschil tussen hoog- en laagdrempeligheid bestaat over bijvoorbeeld snackbars of afhaalrestaurants geen of nauwelijks discussie. Aanzienlijk complexer zijn echter situaties waarin cafés bijvoorbeeld broodjes en of snacks verkopen, er al dan niet tijdelijk een dansvloer wordt gecreëerd, een aantal dardbords zijn geplaatst, een lunchmenu wordt geserveerd, een internetaansluiting aanwezig is etc.

Mede op grond van jurisprudentie van het CBB d.d. 27-7-2002 (O./B&W gemeente Amsterdam d.d. 26 juli 2002) is overwogen dat gemeenten in veel gevallen niet “stil mogen zitten” maar juist actief beleid dienen op te stellen. Zo is overwogen:

“zeker in het geval van een gemeente met een groot aantal inrichtingen dat moet worden beoordeeld op hetzelfde aspect ligt het op de weg van de Burgemeester om duidelijk te maken welke criteria hij bij deze beoordeling hanteert en welk gewicht hij hierbij toekent aan het resultaat van de toetsing van elk van deze criteria”.

Meester Advocaten adviseert en begeleidt gemeenten bij het opstellen van speelautomatenbeleid en eventuele (gerechtelijke)procedures rondom speelautomaten.